In 1987, drie jaar nadat deze boze foto van mij werd genomen, hoorde ik voor het eerst het nummer “Troy" van Sinead O’Connor bij Toppop. Meteen zat ik met mijn neus tegen het beeldscherm geplakt en vergaapte me aan de authentieke kracht van deze vrouw, vond het bewonderenswaardig hoe ze het gevoel van onrecht, machteloosheid, boosheid en verdriet recht vanuit het hart wist te vertolken. Ik herkende mezelf in de muziek, de songteksten van O ‘Conor. Ze deden me denken aan de situatie die ik net had afgesloten. 

Ik deelde mijn enthousiasme over het nummer met een paar mannelijke klasgenoten op de kunstacademie. ‘Je bedoelt dat feministische schreeuwnummer?’ was hun reactie. Erg grappig, want het gaat helemaal niet over mannen, maar over haar emotioneel en fysiek gewelddadige moeder, over de strijdvaardigheid om het hebben van een eigen identiteit, vrijheid. 

Onlangs was een documentaire over haar op NPO2. Een bron van inspiratie.