Het gebruik dat vrouwelijke partners en hun kinderen de naam van de man dragen, heeft historische wortels en is vaak geworteld in patriarchale tradities. Deze praktijk is in veel samenlevingen ontstaan en heeft zijn oorsprong in een tijd waarin samenlevingen sterk patriarchaal waren, waarin de man als het hoofd van het gezin werd beschouwd en zijn naam als de dominante naam werd beschouwd.

Historisch gezien was het overdragen van de achternaam van de vader een manier om de familieband en erfopvolging te markeren. Het diende ook als een manier om eigendom en erfenis te regelen, omdat zonen de familienaam van de vader erfden.

Hoewel veel samenlevingen evolueren en de gendergelijkheid toeneemt, blijven sommige tradities bestaan. Godzijdank zijn er ook steeds meer paren die ervoor kiezen om alternatieve regelingen te maken, zoals het behouden van hun eigen namen, het aannemen van een dubbele achternaam, of het kiezen van de naam die zij het meest passend vinden voor hun gezin. Deze keuzes zijn sterk afhankelijk van culturele normen, persoonlijke overtuigingen en sociale evolutie.